Achtergrond

In het kalifaat doe je ertoe

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Montasser AlDe’emeh (26) is een Belgisch-Palestijnse onderzoeker, geboren in een vluchtelingenkamp in Jordanië. Hij groeide op in Baardegem, een blank dorp in Vlaanderen. Ooit stond hij zelf op het punt om als jihadist de wapens op te nemen. Totdat hij, zegt hij, dankzij de Koran bevrijding vond in kennis.

Montasser AlDe’emeh ging Arabistiek en Islamkunde studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ook volgde hij Joodse- en Religiestudies. Voor zijn doctoraatonderzoek naar het radicaliseringsproces van westerse moslimjongeren, reisde hij naar Syrië waar hij zowel met Belgische als met Nederlandse Jihadstrijders diepgaande gesprekken had. Als geen ander begrijpt AlDe'emeh waarom westerse moslimjongeren zich aangetrokken voelen tot het kalifaat.

‘Uitsluiting’ is een belangrijk thema in uw boek. U vertelt in De Jihadkaravaan een voorval uit uw jeugd. Tijdens het communiefeest op school, waarbij alle kinderen een cadeautje kregen, werden u en uw zusje overgeslagen. 
“Leerkrachten werden toen opeens geconfronteerd met een ‘vreemde’. Er was veel onwetendheid, angst en zelfs afkeer voor andere culturen bij de leerkrachten. ‘Moslims vieren dat feest niet, dachten ze.’ Zo werd er al onderscheid tussen ons kinderen gemaakt. De leerkrachten beseften niet wat dat kan doen met een kind. Ik voelde me anders en dus niet meer thuis op school. Thuis kon ik me ook al moeilijk uiten, dan beland je in een kloof tussen twee werelden en dat is bij mij uiteindelijk ook gebeurd.”

Niemand zegt: ik ga mijn tas inpakken en daar hoofden afhakken

Hoe komt het dat er relatief veel Europese jihadstrijders uit België komen?
“Dit heeft met verschillende factoren te maken: de moslimgemeenschap is in België onvoldoende georganiseerd.  Moslimjongeren hebben te weinig kennis over de islam. Ze moeten het doen met vaak oppervlakkige kennis die ze op internet vinden. Opgroeien tussen twee verschillende culturen speelt ook een rol. Hun voorouders kwamen uit het Oosten en zijn altijd oosterlingen gebleven terwijl zij geboren en getogen zijn in het Westen,  maar worden als de ‘vreemde’ gezien terwijl ze evenveel Belg zijn. Ook voelen ze zich steeds aangevallen omwille van hun identiteit. Denk aan bijvoorbeeld het Vlaams Belang of het hoofddoekenverbod op scholen in België, dit wekt hevige gevoelens bij ze op.

AlDe'emeh en Pieter Stockmans (fotograaf: Thomas Sweertvaegher)AlDe'emeh en Pieter Stockmans (fotograaf: Thomas Sweertvaegher)

Daarom heeft het heroprichten van het kalifaat zo’n aantrekkingskracht. Het geeft ze het gevoel dat ze onderdeel van een project zijn. Het geeft erkenning; je doet ertoe. Ook vertrekken jongeren vanwege de veronderstelde vrijheid daar. ‘Daar kan ik wél met een lange baard werken, daar kan ik wél op straat bidden zonder dat iemand je raar aankijkt’, verwachten ze. Vanuit hun oogpunt is dat vrijheid, en vrijheid betekent voor iedereen weer iets anders. Hier in België voelen sommigen zich in ieder geval niet vrij om zichzelf te kunnen zijn. Hun moslimidentiteit wordt hier vaak geproblematiseerd. Ze voelen alsof ze moeten zijn wat de politiek of een schooldirecteur besluit. ‘Zelfs heilige Maria zou radicaliseren in een maatschappij als de onze’.”

Welk gesprek tijdens uw reis heeft grote invloed op u gehad?
“Het verhaal van een neefje van een Syriëstrijder op school in België. Tijdens Pasen had de juf de aanwezige leerlingen verdeeld in een groep moslims en een groep niet-moslims. De niet-moslims kregen paaseieren, de moslims niets. Ik kon mijn tranen niet bedwingen. Ik herkende dat gevoel omdat ik hetzelfde heb meegemaakt als kind. Zo zie je maar weer dat zulke dingen een rol spelen in het menswordingsproces van jongeren.”

Ik heb het pad van de radicalisering verlaten, maar me niet afgekeerd van de jihad

 

In Nederland wordt soms aangenomen dat jihadstrijders een psychische stoornis hebben
“Sommige jongeren zijn op zoek naar zelfverwezenlijking. Het lijkt mij dat vooral jongeren vertrekken die hier niet alle kansen hebben gegrepen onder welke omstandigheden dan ook of omdat ze niet echt gestimuleerd werden. Sommigen besluiten om te gaan omdat ze geloven dat ze daar tegen onrecht kunnen vechten. Niemand zegt: ik ga mijn tas inpakken en daar hoofden afhakken. Eenmaal daar kunnen jihadisten verzeild raken in wreedheid. Lang niet iedereen die uit Europa is vertrokken staat daarachter.” 

Op welk moment besloot u zich af te keren van de jihad?
“Ik heb me nooit afgekeerd van het idee achter de jihad. Jihad heeft meerdere betekenissen, vooral positieve. Het betekent: moeite doen om iets positiefs te bereiken. Als het gaat om moeite doen door middel van wapens en geweld, dan heb je het over de gewapende jihad. Dat onderscheid moet veel scherper worden gemaakt. Laat duidelijk zijn dat alleen een defensieve strijd legitiem is in de islam, net zoals die legitiem is volgens het oorlogsrecht dat we allemaal erkennen. De islam kent heel duidelijke voorwaarden en beperkingen voor de gewapende jihad. Ik heb me dus niet zozeer afgekeerd van de jihad. Wel heb ik het pad van gewelddadige radicalisering verlaten.”

Met haar tranen en bezorgdheid hield mijn moeder me tegen

 

Waarom besloot u uiteindelijk om niet te gaan strijden?
Ik wilde als jihadist vertrekken naar een oorlogsgebied om te vechten voor Palestina. Dat ik niet ging, had ook te maken met mijn moeder die me met haar tranen en bezorgdheid steeds kon tegenhouden. Mijn redding is geweest: het opdoen van genuanceerde kennis over de islam en kennis van de realiteit:  dat we allemaal gevormd zijn door omstandigheden. Zo besloot ik mij te verdiepen in de ‘ander’, de Israëli’s: ik ging Hebreeuws studeren, bezocht Auschwitz en las de Bijbel en de Thora. Een vers uit de koran zorgde voor mijn spirituele wedergeboorte en onafhankelijke opstelling. Omdat mij ooit onrecht is aangedaan hoef ik nog niet onrechtvaardig te worden. Dit is het vers dat mij inzicht daarin gaf: ‘Jullie die geloven! Weest standvastig voor God als getuigen van de rechtvaardigheid. En laat de afkeer van bepaalde mensen jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig te zijn. Wees rechtvaardig, dat is dichter bij godvrezendheid. En vreest God. God is welingelicht over wat jullie doen.’ (Koran 5:8)’.”

De Jihadkaravaan, Montasser AlDe’emeh en Pieter Stockmans, Lannoo

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons