Achtergrond

Kan de VN dan toch hervormen?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Zo’n beetje sinds het bestaan van de Verenigde Naties wordt er al gespeculeerd, gelobbyd en onderhandeld over het hervormen van de VN. Een van de belangrijkste discussiepunten is het maar aan enkele landen toebedeelde vetorecht in de Veiligheidsraad. Dit zou haaks staan op het ideaal van ‘one state, one vote’ dat in de Algemene Vergadering gehanteerd wordt. Onder andere hierom wordt de VN er van beticht een instrument van ‘het westen’ te zijn. Al is dat niet helemaal zuiver als je bedenkt dat de meeste veto’s toch van China en Rusland afkomstig zijn.

Een andere reden die tot hervormen aan zou kunnen zetten, is de betwijfelde slagkracht van de organisatie. Toen ik ooit in een Palestijns vluchtelingenkamp met een lokale ngo sprak, werd de VN schertsend de United Nothing genoemd. En zo zijn er veel cynische, teleurgestelde grappen over de VN te maken. 

Maar niet iedereen is cynisch

Maar niet iedereen is cynisch. De onlangs opgerichte Commissie voor Mondiale Veiligheid, Rechtvaardigheid en Bestuur, met Dr. Madelein Albright en Dr. Gambari, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van Nigeria, aan het hoofd, doet een aantal voorstellen voor de hervorming van de VN. Uitgangspunt is dat de huidige VN de huidige problemen niet aankan, en dat een vernieuwde VN dit wellicht wel kan.

Zoals gebruikelijk leest het rapport als een zorgvuldig uit-onderhandeld resultaat van veel politiek getouwtrek. Hieronder de twaalf belangrijkste voorstellen tot hervorming op een rijtje (in helder Nederlands). Het hele rapport is hier te lezen.

1. Toekomstige vredesmissies moeten er anders uit zien

De volgende generatie vredesmissies moet sneller, effectiever en robuuster kunnen optreden. Hiervoor is meer capaciteit nodig. Met name de ‘senior’ posities zijn nu niet goed gevuld, of niet gevuld met de goede mensen. Dat laat de commissie in het midden. Daarnaast zijn er op alle posities, en vooral als leidinggevenden, meer vrouwen nodig. De commissie ziet oplossingen in een verdergaande samenwerking met civiele partners, zoals bijvoorbeeld de politie, regionale actoren (denk bijvoorbeeld aan de Afrikaanse of Europese Unie) of civil society. 

2. Operationaliseer de ‘Responsibility to Prevent, Protect, and Rebuild’

In 2005 is ‘responsibiltiy to protect’ (R2P)  officieel erkend door de aanwezige wereldleiders. Deze doctrine zou het makkelijker moeten maken om andere landen aan te spreken, eventueel met geweld, als ze hun burgers niet beschermen, of zelfs aanvallen.

Het vertrekpunt is dat staten hun eigen burgers moeten beschermen

Even een voorbeeld ter illustratie; Het vertrekpunt is dat staten hun eigen burgers moeten beschermen (pilaar 1). Als ze hier niet voldoende in slagen, bijvoorbeeld doordat er een gewelddadig conflict binnen de landsgrenzen heerst, kan de internationale gemeenschap ze hier dringend op aanspreken, aanmoedigen en helpen om dit te veranderen (pilaar 2). Als de staat in kwestie, zoals Libië in 2011 bijvoorbeeld, hier niets mee doet, kan de internationale gemeenschap op basis van R2P, besluiten een interventie te plegen. Hiertoe heeft de Veiligheidsraad besloten op 17 maart inzake Libië. Resolutie 1973 autoriseerde VN-leden ‘alle noodzakelijke maatregelen te nemen’ om de burgers en de door burgers bevolkte gebieden die onder bedreiging stonden van een aanval, inclusief Benghazi, te beschermen. De resolutie sloot echter een buitenlandse bezetting uit.

Tot nu toe is R2P weinig gebruikt. Niet in de laatste plaats omdat er veel bedenkingen van, met name niet-westerse, landen over zijn. Deze commissie wil dat deze R2P (inclusief preventie, bescherming en wederopbouw) wel verder wordt geoperationaliseerd. Ze zien hiertoe drie mogelijkheden. Er moeten meer en betere ‘early warning’ systemen komen, om grote crises bijtijds te signaleren – zoals nu in Burundi. De VN moet meer controle uitvoeren op alle partijen. En niet onbelangrijk: De VN moet haalbare doelen formuleren, met en voor, alle actoren die proberen grootschalig geweld te voorkomen, op te lossen, of hierna aan wederopbouw doen.

3. Zet klimaatbeleid op de kaart

Voordat er echt iets gedaan kan worden aan klimaatbeleid op mondiaal bestuurlijk niveau, moeten overeenkomsten tussen nationale, internationale, supranationale en sub-nationale autoriteiten en groepen, dus ook civil society en commerciële partijen, bestendigd worden. De commissie wil hiervoor op verschillende niveaus bestuurlijke en controlerende commissies inzetten. En wereldwijd haalbare doelen formuleren.

Helaas leest deze aanbeveling als een advies voor meer bureaucratie en minder concrete doelen. Laat staan dat het een handvat biedt om tegenstanders of onwillige staten klimaatbeleid ook echt op de kaart te laten zetten.

4. Maak klimaattechnologie breder beschikbaar

Dit klinkt nu wel als een concreet advies. De commissie adviseert om bestaande technologieën goed te documenteren, licenseren, en assistentie te bieden bij het overhevelen van kennis naar ontwikkelende landen.

5. Voor meer economische stabiliteit en duurzame ontwikkeling is een soort G20+ nodig

Om financiële crises voortaan wat minder hard te laten inslaan zouden we een stabiele duurzame groei moeten ambiëren. Hierbij zou een Bretton-Woods (link)-achtige institutionele coördinatie helpen, meent de commissie. Dit advies is in lijn met de nieuwe 17 doelen voor de Post-2015 ontwikkelingsagenda. Hiermee is het een politiek slim, en wellicht haalbaar advies.

6. Vrije toegang tot Internet, overal en voor iedereen

Om cyberaanvallen tegen te kunnen houden moet er wereldwijd een sterker netwerk ontwikkeld worden. Er moet geïnvesteerd worden in internettoegang, veiligheid, en ook de zogenaamde “cyber hygiëne”. Met campagnes voor burgers, een internationale agenda en met hulp van INTERPOL en nationale centra moet dit voor elkaar gebokst worden.

Opmerkelijk dat hier vooral het veiligheidsaspect benadrukt lijkt. Meer dan de gelijke toegang tot informatie voor alle wereldbewoners.

7. Bouw een online, inclusief VN platform

Via dit platform kan de VN expertise uit andere delen van de maatschappij ontsluiten en inzetten voor de VN. Op deze manier hoopt de commissie dat geluiden over bijvoorbeeld vrouwenrechten en migratie beter gehoord worden. Daarnaast kan zo’n platform fungeren als een instrument om internationale veiligheid en rechtvaardigheid te vergroten.

Hoe dit platform er concreet uit moet zien, is nog niet uitgedokterd.

8. Maak de VN Veiligheidsraad 21e-eeuw-proof

Dit is natuurlijk het hete hangijzer. De commissie stelt, zoals te verwachten, voor om het lidmaatschap uit te breiden op basis van de huidige machtsverdeling in de wereld. Bovendien moeten er mechanismen komen waardoor ook niet-statelijke actoren (weer dus civil society en het bedrijfsleven en lokale autoriteiten) in dialoog blijven over vredesmissies. Tot slot willen ze, en dat is bijzonder voorzichtig geformuleerd ‘een cultuur ontwikkeling die het gebruik van het vetorecht beperkt.’

9. Maak van de Peacebuilding Commissie een Peacebuilding raad

Dit lijkt wellicht een kwestie van woordkeuze, maar er wordt gedoeld op een soort ‘upgrade’. Een dergelijke verandering heeft de Mensenrechtencommissie in 2005 ook doorgemaakt. Het biedt de mogelijkheid om nieuwe autoriteiten, andere geld- en kennisbronnen en een nieuwe focus aan te brengen. De commissie stelt voor dat de focus op preventie komt te liggen.

De huidige peacebuilding commissie is een ondersteunend, adviserend orgaan. Ze proberen relevante actoren, en de inspanningen te coördineren zodat er meer gericht en effectief gewerkt wordt. Momenteel hebben ze zes landen onder hun hoede; Burundi, Sierra Leone, Guinea, Guinee-Bissau, Liberia en de Centraal Afrikaanse Republiek. Allemaal ‘post conflict’ bestempelde gebieden. Het lijkt alsof de voorgestelde raad, de aandacht van post- naar pre- zou verschuiven. Dit is een interessante discussie, onder meer vanwege het preventiebeginsel. Het is altijd lastig te bewijzen dat iets gaat gebeuren (toekomst). Hierdoor worden voor preventie meestal minder snel middelen vrij gemaakt dan wanneer iets is gebeurd( zichtbare slachtoffers).

10. Benut het Internationaal Gerechtshof beter

Het Internationaal Gerechtshof buigt zich over rechtsgeschillen tussen landen. Het is het belangrijkste gerechtelijk orgaan binnen de VN, maar de jurisdictie van het hof wordt nu nog lang niet door alle landen erkend. Dit zou uitgebreid moeten worden, vindt de commissie. Daarnaast zouden de (gefundeerde) meningen beter gebruikt kunnen worden. De commissie geeft niet aan hoe, en door wie dit dan zou moeten. Ook stellen ze nog een amendementswijziging voor ten aanzien van het vastgestelde zittingstermijn.

11. Breng het samen: de Veiligheidsraad, het Internationaal Strafhof en de Mensenrechtenraad

Het Internationaal Strafhof berecht personen die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdagen. In tegenstelling tot het Internationaal Gerechtshof (zie 10), houdt het zich dus niet bezig met statelijke geschillen.

Nu is het vaak zo dat sancties van de Veiligheidsraad geen navolging krijgen. Door een intensievere samenwerking tussen genoemde VN organen, zou dit kunnen veranderen. Sancties van de Veiligheidsraad zouden de uitspraken van het Strafhof kunnen ondersteunen, en andersom. Bovendien zou een samenwerking gunstig zijn voor de Mensenrechtenraad, met name op het gebied van early warning en conflict analyse.

12. Richt een VN parlementair netwerk op

Dit parlementaire netwerk zou functioneren als een adviserend orgaan voor de Algemene Vergadering van de VN. Volg je het nog? Dit netwerk zou burgers actiever kunnen laten meedenken met de internationale instituties. Het voorstel komt voort uit blijkbaar succesvolle regionale fora. De input die dit op levert, kan misschien enigszins compenseren voor het bestaande gebrek aan democratie (in de directe zin; van het volk, dus niet via de lidstaten).

Het advies is ambitieus, veelomvattend en toch een politiek stuk

Conclusie: Meer samenwerking
Het advies is ambitieus, veelomvattend, en ondanks de concrete 12 punten, toch een politiek stuk. Los van de genoemde grote thema’s – conflicten, veiligheid, klimaat, bevolking, economie, duurzaamheid – lijkt de ingezette lijn vooral aan te sturen op meer samenwerking, vooral met niet-statelijke actoren. Hiervoor moeten er veel bestaande bureaucratische structuren op de schop, moeten er nieuwe gevormd worden, en wordt er ingezet op nieuw leiderschap. De hoop dat is dat door deze vernieuwde verbanden meer informatie beschikbaar komt en dit beter gebruikt kan worden. Alles overkoepelend doel is, uiteraard, de mondiale veiligheid te vergroten, niet in de laatste plaats door crises, in de breedste zin van het woord, te voorkomen. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons