Achtergrond

Colombia: Vergeven of vechten voor vrede?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Alle groepen zaten hier. Van linkse guerrilla tot rechtse paramilitairen”, vertelt Pastora Amira (58), een vrouw met een zorgelijk gezicht maar met een onverwoestbaar optimisme. Ze staat aan de voet van het grote verbond van slachtoffers en daders die samen weer een nieuw leven proberen op te bouwen in San Carlos. “Als je een kop koffie aan een paramilitair aanbood, was je voor de guerrilla een para. Als je de kop koffie weigerde aan te bieden, was je voor de paramilitair een guerrillero.”

Twintigduizend mensen zijn er uit San Carlos gevlucht sinds de jaren tachtig, toen guerrilla en paramilitairen elkaar naar het leven stonden in hun dorp van zo’n 40.000 inwoners. Amira: “Er zijn meer dan 1000 mensen vermoord en meer dan 2000 verdwenen. We hebben 120 slachtoffers van landmijnen.”

Kinderen vermoord door paramilitairen
Zelf verloor ze een dochter en een zoon. Beiden werden vermoord door de paramilitairen. Haar dochter Sandra, omdat ze zogenaamd met de guerrilla sympathiseerde en haar zoon Jorge omdat hij al te nadrukkelijk eiste dat de paramilitairen zouden vertellen wat er met zijn zus was gebeurd.

Alonso, die zijn achternaam liever niet geeft, is ex-paramilitair en is als lotenverkoper in San Carlos een nieuw leven op aan het bouwen. Hij en Amira zijn twee handen op één buik. “Ik hield van wapens en ik had geldproblemen”, verklaart hij zijn intrede in de bloeddorstige militie. Hij wist toen nog niet hoeveel bloed hij aan zijn handen zou krijgen. Over hoeveel mensen hij heeft gedood, spreekt hij zich liever niet uit. Maar hij heeft niet de kinderen van Pastora gedood. Ze kwam wel te weten wie het was. Hij kwam ook op een gewelddadige manier aan zijn eind. “Als je de geschiedenis van de daders kent, vergeef je ze al voor de helft”, vindt ze.

Als je de geschiedenis van de daders kent, vergeef je ze al voor de helft

Hoe anders denken Colombianen erover die de oorlog alleen maar kennen van het nieuws. Hun geduld met de vredesbesprekingen raakt op, de steun voor de besprekingen daalde van 72 procent in februari naar 57 procent in april en is waarschijnlijk alleen maar verder gedaald.

Olie in de natuur
Want sinds de FARC in Cauca elf militairen doodden, verkeren de besprekingen in zwaar weer. De regering besloot opnieuw FARC-kampementen te gaan bombarderen, handelingen die ze had opgeschort om de onderhandelingen een duw in de goede richting te geven. De FARC zegden daarop hun eenzijdige staakt-het-vuren op. Sindsdien wordt er van beide kanten weer aangevallen en vooral de aanvallen van de FARC halen de pers. De guerrilla zou vrachtwagenchauffeurs hebben gedwongen hun lading olie in de natuur te dumpen, er zijn vele aanvallen op elektriciteitsmasten en de bevolking zit in veel gevallen zonder water en/of licht.

Met hun verhevigde aanvallen willen de FARC de regering dwingen tot een tweezijdig staakt-het-vuren. Ook proberen ze hun positie aan de onderhandelingstafel, waar nu over berechting van de daders en genoegdoening aan de slachtoffers wordt gesproken, te versterken. De FARC beschouwen zich als slachtoffers van de ongelijkheid en het geweld van de staat in Colombia. Daarom vinden ze dat ze geen dag in de gevangenis hoeven door te brengen als het vredesakkoord eenmaal is getekend.

Hartgrondige hekel aan de FARC
De situatie speelt de tegenstanders van het vredesproces, onder leiding van ex-president en houwdegen Álvaro Uribe, in de kaart. Uribe vindt dat de regering veel te toegeeflijk is tegenover de guerrilla en het land aan de FARC uitverkoopt. Terwijl een deel van de hoogste commandanten met de regering onderhandelt in de Cubaanse hoofdstad Havana, zijn alle nog bestaande eenheden van de guerrilla in Colombia militair nog actief en heffen bijvoorbeeld ook oorlogsbelasting aan de bevolking. Uribe wil dat de guerrilla in één gebied geconcentreerd wordt, bewaakt door de internationale gemeenschap. Hij vindt dat in de deelakkoorden veel te veel aan de principes van de FARC – herverdeling van de rijkdommen van het land – is toegegeven. Het bedrijfsleven wordt schade toegebracht, zo redeneert de oud-president.

Vooral in de grote steden, waar de meerderheid van de Colombianen woont, vindt Uribe gehoor. De mensen hebben een hartgrondige hekel aan de FARC, die ze als veroorzakers van alle kwaad zien. Maar de meesten van hen kennen het geweld alleen van het nieuws.

De meesten kennen het geweld alleen van het nieuws

Voor mensen als Pastora Amira, die jarenlang gegijzeld zijn geweest door de oorlog, is het klip en klaar dat er maar één manier is om aan het probleem een eind te maken. “We willen hier geen doden meer. We willen naar elkaar luisteren. Wat er ook in Havana met de vredesbesprekingen gebeurt, wij gaan door met ons eigen vredesproces. Als we niet meer durven te praten over wat er gebeurd is en de stilte regeert, winnen de mensen die oorlog willen.” 

[[{“fid”:”36878″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Neem een abonnement op OneWorld”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Neem een abonnement op OneWorld”},”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”height:72px; width:581px”,”class”:”file-default media-element”},”link_text”:null}]]

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons