Achtergrond

De stad moet verhalen vertellen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Hij woonde al in Amsterdam, Brussel, Manchester, Helsinki en Bangkok. Jesse Jorg (32) houdt van steden. Hij verandert parken in buurtcampings en tovert woonwijken om tot openlucht cafés. “Ik vind het mooi als een plek verhalen vertelt.”

Wat wil je veranderen aan de stad?
“Je ziet nu vaak dat de publieke ruimte in een stad aan de tekentafel ontworpen is. Dat zie je vooral goed in nieuwbouwwijken, waar bewoners nog niet zoveel invloed hebben gehad. Dat vind ik altijd een soort getekende realiteit waar weinig karakter en persoonlijke elementen in zitten. Ik vind het juist mooi als een plek verhalen vertelt. In een stad als Berlijn, waar veel ruimte is door de geschiedenis, is de aanwezigheid en creativiteit van mensen bijvoorbeeld veel meer zichtbaar.”

Hoe probeer je dat met jouw bedrijf We The City te doen?
“Ik wil mensen stimuleren om de stad te zien als een canvas dat ze zelf in kunnen kleuren. Mensen beschouwen de publieke ruimte vaak als een plek waarvan de vorm bepaald wordt door de gemeente, maar er zijn veel meer mogelijkheden voor die ruimte dan mensen denken.”

Mensen zetten een bankje voor hun huis en bepalen zelf wat ze serveren

Kun je een voorbeeld geven?
“’Afgelopen jaar ben ik samen met Cathelijn de Reede het BankjesCollectief begonnen, het grootste openluchtcafé ter wereld. Mensen zetten op de eerste zondag van de maand een bankje voor hun huis en bepalen zelf hun openingstijden en wat ze serveren. Dat hoeft geen eten en drinken te zijn, het kan ook een circusact zijn of een luchtkasteel dat je op de stoep zet. Bezoekers bepalen zelf wat ze het waard vinden en laten achteraf wat geld achter.

Het Bankjescollectief maakt het makkelijker om je buren te leren kennen, maar het maakt ook de straten meer uitnodigend. Ik wil mensen met elkaar verbinden en hen laten bepalen wat er gebeurt in de publieke ruimte, en hoe die ruimte eruit ziet.”

Wil je mensen dan zelf de publieke ruimte laten ontwerpen?
“Nee, ik ben er niet voor dat bewoners de plannen zelf uit gaan tekenen. Vormgevers kunnen goed vormgeven, dat moeten ze vooral blijven doen. Maar ik zou wel graag zien dat de stem van degenen die de ruimte uiteindelijk gebruiken meer wordt gehoord in het ontwerpproces. Dat functie belangrijker wordt dan vorm.”

In 2050 woont waarschijnlijk twee derde van de wereldbevolking in steden. Hoe zie jij die megasteden voor je?
“De potentie van zoveel mensen in een stad is ontzettend groot. Het zou mooi zijn als de energie en creativiteit van al die mensen een weerslag zou hebben in de stad. Ik denk niet dat het problematisch is dat zoveel mensen in steden zullen wonen, maar de snelheid waarmee dat gebeurt is wel een probleem. Dat betekent namelijk dat er in hele korte tijd basisvoorzieningen zoals voedsel en water moeten komen.

Noodzaak is goed voor innovatie

Je ziet wel al hele interessante dingen gebeuren op dat vlak, bijvoorbeeld in Singapore. Dat is een stadsstaat, dus er is weinig ruimte voor landbouw buiten de stad. In Singapore zie je nu veel stadslandbouw opkomen, met systemen waardoor planten optimaal gevoed worden en nieuwe technieken om met minimale ruimte veel voedsel te verbouwen.”

Door noodzaak zullen dat soort oplossingen er dus wel komen?
“Ja, daar waar de noodzaak voor oplossingen heel groot is zie je veel innovatie. Problemen zoals het klimaat en voedsel zijn heel abstract, wat soms verlammend kan werken. Maar als die noodzaak echt gevoeld wordt is dat goed voor innovatie.”

Video: Niki Boomkens

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons