Achtergrond

“Ik ben nooit aangesproken om naar Syrië te gaan”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De rust lijkt weergekeerd in Molenbeek. Op deze vrijdag in april spotten hoofdredacteur Lonneke en ik alleen nog maar een paar cameraploegen in de wijk, de laatsten van een hele stoet. Het is de dag dat Mohammed Abrini, ‘de man met het hoedje’, kilometers verderop in Anderlecht wordt opgepakt. In de speeltuin naast het grote Gemeenteplein voeren jonge ouders, ‘wit’ en ‘allochtoon’ door elkaar, in een bleek zonnetje hun kinderen langs de speeltoestellen. Niks achterbuurt, niks crisis, niks ‘centrum van jihad’.

Molenbeek is een wijk met twee gezichten. Voor veel media en politici als Donald Trump is de wijk het broeinest van moslimterrorisme omdat voormalige wijkbewoners Abdelhamid Abaaoud en Salah Abdeslam sleutelfiguren bij de aanslagen in Parijs bleken te zijn. Medebewoner Teun Voeten luidde de noodklok over oprukkend fundamentalisme dat zich onder andere uitte in dwingende kledingvoorschriften en een ban op alcohol.

"Overdag zijn de straten van Molenbeek uitgestorven. Er zijn alleen wat peuters en hun juffies in de speeltuin. Op straat schuifelt een enkele, wat sjofel uitziende oudere man van autochtone komaf. De bepleisterde oude stadswoningen hebben de charme van een buurt die wacht op gentrification. In de plaatselijke koopgoot jagen klanten naar koopjes in de bakken buiten bij de winkels met huishoudplastic, ornamenten, barbiepoppen met chador en rekken vol dameskleding. Waar op de Albert Cuyp de legging en hippiejurk domineren, zijn hier lange tunieken in aardetinten en een enkele niqaab de seizoensitems. Aan het einde van de middag zitten we op een terras bij een koffiehuis en drinken verse muntthee. Het vrijdaggebed is afgelopen, de wijk komt tot leven. Jonge meiden paraderen in de tunieken gecombineerd met ballerina’s en spijkerjasjes. Jongens, met kunstig opgeschoren kapsels en in trainingspak, maken op luide toon grappen met elkaar."
 

Hoofdredacteur Lonneke van Genugten over Molenbeek
 

Maar Teun voerde ons ook naar Gemeenschapscentrum De Vaartkapoen, plek van ontmoeting van culturen, verzamelplaats van hoop en broedplaats van hartverwarmende initiatieven als Molem Ma Belle waar de buurt verbroedert onder het genot van een fawaffel. We zetten deze vrijdag weer koers naar de Schoolstraat. We treffen Elke Verheyen, communicatiemedewerker van het centrum. Het imago van Molenbeek klopt niet met de alledaagse werkelijkheid, zegt ze. “We pretenderen hier niet dat we alles over de wijk weten. Of dat we de stem van Molenbeek zijn. Maar in mijn ogen zijn 99 procent van de mensen hier in het hart van de wijk goede moslims en hardwerkende mensen, die hun kinderen verstandig opvoeden.” 

Ja, er zijn problemen, dat ontkent ze niet. “De jeugdwerkeloosheid is hier 50 procent. Van oudsher is Molenbeek een industriële gemeente, met veel metaalbedrijven. Die zijn allemaal weggetrokken, en er is geen grootschalige werkgelegenheid voor terug gekomen.”

Elke Verheyen

Gevolg is rondhangende jeugd, met alle uitwassen van dien. “Het is makkelijk mee te gaan in negativiteit: waarom worden er nu weer publieke voorzieningen in de wijk vernield?”

De leeggekomen werkplaatsen en loodsen zijn wel weer een goudmijn voor creatievelingen en arty gezelschappen als Ultima Vez van choreograaf Wim Vandekeybus en het net geopende hippe MIMA-museum. De uitdaging voor De Vaartkapoen is om die meer arty kunstvormen zoals ook de freestyle rap en hiphop die er een speciaal podium heeft, samen te brengen met meer traditionele cultuur. Van de andere kant blijft de drempel laag voor vrouwen uit de buurt via 'werking' Caleidoscoop met fietslessen, fitness, theesalons en debatten.

Een dag na ons bezoek staat De Vaartkapoen in het teken van de finale van StreetTalent, een initiatief van student accountancy Nabil Fallah. Wij spreken Nabil net voor hij met de zaaltechnici aan de slag gaat. “Van jongs af aan ben ik met basketbaltrucjes bezig. Via een trainer die daarin gespecialiseerd was, kwam ik in de artistieke en circuswereld terecht en trad overal op, ook in Frankrijk. Veel jongeren in de buurt hebben allerlei talenten die ze nog nooit op een podium hebben getoond. Zo kwam ik op het idee van StreetTalent. We bieden een kans aan jongeren van verschillende etnische groepen, BMX-stunters, rappers, zangers, basketballers en streetwalkers – alles wat je op een podium kunt laten zien.”

Nabil Fallah

Het zijn niet specifiek de jonge werkelozen die meedoen (‘Veel talenten zitten op school, of studeren, ze hoeven er niet van te leven’), maar Nabil en zijn vrienden constateren wel dat vergroting van hun ‘visibiliteit’ hun zelfvertrouwen een boost geeft. “Wij geven ze de kans om hun talent te tonen, die krijgen ze niet op andere plekken. Onze ambitie is ook om ze op andere podia te krijgen, om ze laten doorgroeien.”

StreetTalent is niet opgezet als tegenwicht tegen de stigmatisering van de wijk, benadrukt Nabil. Al verbaast hij zich er wel over. “Voor mij is Molenbeek de plek waar ik mij veilig voel. Je kunt bijna over een familiegevoel spreken. Je bent niet per se goed bevriend met elkaar, maar je weet wie wie is. Ge kunt u hier goe voelen. In de flat waar ik woon groeten we elkaar en maken we een babbelke in de lift. Ik kom met iedereen goe overweg, van welke etnische groep dan ook.

De media hebben een karikatuur van onze gemeente gemaakt. Ik sprak een Braziliaans tv-team, zij hadden gehoord dat Molenbeek erger was dan hun favela’s. ‘Maar jullie hebben huizen, auto’s, de mensen hebben het goed’. Het beeld is dat op iedere straathoek een bebaarde jihadist staat die je probeert te ronselen voor Syrië. Ik noch mijn vrienden zijn ooit daarvoor aangesproken. Ik heb geen idee hoe ze Syrië-strijders rekruteren.”

“Natuurlijk is hier niet alles koek en ei. Zes, zeven jaar geleden was er veel criminaliteit, van jongeren die niet beseften wat ze deden en voor wie niemand aandacht had. Maar dat is grotendeels voorbij. Media zijn dol op stereotypes. Ze zien djellaba’s en denken dan aan extremistische moslims. Ik ben ook wel eens geïnterviewd door tv-journalisten die zeiden dat ze de goede kant van Molenbeek wilden tonen, de jongereninitiatieven en zo. Maar als je dan de reportage zag, werd er gesensationaliseerd en ging het toch weer over geweld en jihadisme. Dan verdwijnt je vertrouwen in de media. Op een gegeven moment kwamen er ook te veel op Molenbeek af en werden ze opdringerig, gingen ze willekeurig bij mensen aanbellen.”

Over zijn eigen rol is Nabil duidelijk. 'Changemakers' uit Marokkaans-Belgische kring zijn zeer gewild. Accountancy is nu zijn ‘backup’, zegt hij, hij wil graag belangrijk zijn voor jongeren in de wijk. “Dat zie ik meer en meer zitten. Toen ik klein was, trof ik straathoekwerkers die me aanmoedigden iets te organiseren. ‘Als je een project hebt, zullen wij je helpen’. Zo’n rol zou ik nu op mijn beurt voor andere jongeren willen spelen.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons