Uit de wurggreep van de supermarkt

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Waar koop je voor de huishoudster een flesje koffiemelk, als je niet naar de supermarkt wilt? Gerrit Jan Groothedde struint de lokale kaasspecialisten af en staat toch een halfuur later met de staart tussen de benen bij de kassa van de Albert Heijn. “Ik loop één keer zonder het spul naar de kassa, keer om, leg het in mijn mandje, ga weer richting kassa, keer om, zet de koffiemelk terug en wil weer naar de kassa lopen, twee halfhartige stappen voor ik me weer omdraai met de neus richting schap. Dan kruist mijn blik die van een van de vakken vullende winkelmeisjes. Veel goeds lees ik daar niet in: als ik geluk heb houdt ze me alleen maar voor een potentiële winkeldief, maar erger is niet uitgesloten. Ik probeer uit alle macht niet te knipogen…”

Een half jaar niet naar de supermarkt, dat klinkt makkelijker dan het is. Tenminste als we culinair journalist en auteur Gerrit Jan Groothedde mogen geloven. Uit verbazing en irritatie over het feit dat er in zijn woonplaats Almere Buiten nagenoeg ‘niets fatsoenlijks’ te eten te verkrijgen was, besloot hij een half jaar lang de supermarkt te mijden en op zoek te gaan naar alternatieven. Want voor écht lekker en voedzaam eten moet je immers niet bij de Albert Heijn zijn, meent Groothedde: “Als Nederlanders auto’s zouden kopen op dezelfde manier als ze hun voedsel aanschaffen, dan zouden de snelwegen gevuld zijn met tweedehands Lada’s. Supermarkten hebben ons wijsgemaakt dat wij altijd en overal alles zo goedkoop mogelijk moeten kunnen kopen. Het gevolg van de daarvoor vereiste grootschaligheid is dat er steeds meer kwaliteitsproducten uit de schappen verdwijnen. Veel aardbeienrassen zullen bijvoorbeeld op den duur verdwijnen omdat ze voor het supermarktmodel gewoonweg niet aantrekkelijk zijn. Wat er dan overblijft voor de consument is een aardbei die matig van smaak is, maar voor een teler minder risicovol vanwege de lage gevoeligheid voor ziektes.”

Bananen
Deze maand kwam bij uitgeverij Het Spectrum Grootheddes eerste boek Weg van de supermarkt uit. De ruim 240 pagina’s zijn gevuld met bij vlagen hilarische anekdotes, achtergrondinformatie over teelt- en productiemethoden, interviewgesprekken met koks en consumenten en, vooral, een relaas over hoe lastig het eigenlijk is om de supermarkt structureel te vermijden.

Naast de, toegegeven, wat subjectieve discussie over wat nou precies lekker eten is en wat niet, zijn er volgens de eetschrijver genoeg andere redenen om de supermarkt te leren mijden. Niet alleen het aanbod voor ons wordt klein, het is ook gevaarlijk voor onze wereldwijde voedselvoorraad om alleen grootgrutters te macht te geven. De banaan is een goed voorbeeld van de problemen waar dat toe kan leiden. “Nagenoeg de gehele bananenteelt is tegenwoordig een monocultuur geworden waarin een enkel ras banaan geteeld wordt, de Cavendish. Die heeft de laatste tijd een ziekte ontwikkeld. Als we die niet in de hand krijgen hebben we straks nauwelijks nog bananen. Dat kan ook zomaar met allerlei andere soorten gebeuren.”

Vrije keuze
Volgens Groothedde hebben consumenten helemaal niet door hebben dat ze eigenlijk geen keus hebben. Gek genoeg is in het kleine Nederland is de voedselmarkt sterk gemonopoliseerd, legt hij uit in zijn boek.  “Voor de zestien miljoen mensen die hier wonen, wordt de inkoop verdeeld onder maar 6 grote inkopers, veel minder dan in andere landen. Bovendien is het aandeel van de supermarkt op de totale levensmiddelenverkoop nergens zo groot als hier: 75% van de groente en fruit kopen mensen bij de supermarkt.”

Supermarkten zetten in op een zo uniform mogelijk voedselaanbod, waardoor er in een enkel bosje prei boerderijproducten uit Groningen, Limburg en Gelderland bij elkaar kunnen zitten zonder dat er verschillen in vorm en smaak merkbaar mogen zijn: “In vijftig jaar is het hele distributies en transportysteem gemonopoliseerd geraakt. Kleine distributie is onmogelijk. Zo ontstaat schijnkeuze: Al die redelijk inwisselbare supermarkten maken immers gebruik van datzelfde distributiesysteem. De supermarkten proberen met elkaar te concurreren op een zo laag mogelijke prijs, maar uiteindelijk verkopen ze voor negentig procent allemaal hetzelfde eten.”

Wurggreep
Het is volgens Groothedde hoog tijd dat de Nederlandse boer weer wat meer in de melk te brokkelen krijgt.  Een goed begin zou zijn als consumenten hun eten meer direct bij de boer zouden gaan kopen.

De zes inkooporganisaties die alle Nederlandse supermarkten bedienen hebben behalve de nietsvermoedende consument, óók de Nederlandse boer praktisch in een wurggreep, legt een bedachtzame Groothedde uit: “Ik snap best dat er in het verleden zwaar is ingezet op een efficiënt model van voedselvoorziening, dat is ook heel belangrijk in onze stedelijke samenleving. Maar de macht in die voedselketen ligt nu wel erg veel bij het grootbedrijf — met veel te lage prijzen voor de boer als gevolg. “In een kortere keten van producent naar consument kunnen boeren tenminste weer een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Het beste voorbeeld daarvan is de boerderijwinkel, je koopt dan rechtstreeks bij de bron en de boer verdient daar naar verhouding meer aan dan als hij aan de veiling verkoopt.”

Elitair
Tijdens de zes maanden supermarktmijden bleek zelfs de idealistische Groothedde zo nu en dan schoorvoetend voor een potje kookroom of een pakje boter in de rij van de kassa van de Albert Heijn in Almere Buiten aan te schuiven. Maar als de zelfbenoemde ‘elitaire eetsnob’ het al niet volhoudt om de supermarkt consequent te mijden, is dat voor de drukbezette stedeling met een drukke baan dan niet helemaal onmogelijk? Groothedde haast zich dan ook te zeggen dat niet álle verantwoordelijkheid op het bordje van de consument gelegd kan worden: “Veel kleine aanbieders in de stad doen ook nog steeds zaken alsof het de jaren zestig zijn. Waarom zou je als kleine groenteboer op dinsdag om 9 uur ’s morgens open zijn? Dan staat er geen hond in de winkel. Zorg dat je waar ook voor de werkend man die nou eenmaal gebonden is aan kantoortijden beschikbaar wordt. Kleine aanbieders zijn veel wendbaarder dan die logge supermarktgiganten.”

De eetschrijver dicht zichzelf vooral een voorbeeldfunctie toe, vertelt hij lachend: “Wat ik met een knipoog duidelijk heb proberen te maken in mijn boek is dat het in de praktijk heel erg lastig is om weg te blijven bij de supermarkt. Maar zonder dollen. Uiteindelijk ligt de grootste verantwoordelijkheid voor toch nog altijd bij de consument. Wij laten ons de macht over ons eten uit handen nemen. Wat mij betreft mag je best kiezen om je eten bij de supermarkt te kopen. Maar dan moet je wel goed nadenken over de consequenties van je eigen koopgedrag. Als je verder kijkt dan je neus lang is zijn er namelijk genoeg alternatieven voorhanden.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons