Het Italiaanse kledingmerk stond al langer onder internationale druk om geld te storten in het Rana Plaza Trust Fund, voor de slachtoffers van ‘Rana Plaza’. Voor extra druk zorgde Avaaz.org, het online actienetwerk, dat op 5 februari jl. een petitie begon die binnen twee weken door 1 miljoen mensen werd ondertekend.
Rana PlazaIn Savar, een industriële sector in Dhaka, stortte op 24 april 2013 het acht verdiepingen hoge kledingfabriekencomplex Rana Plaza in.
Zeker 1134 arbeiders, vooral vrouwen, kwamen hierbij om, er waren meer dan 2500 gewonden en een onbekend aantal mensen is nog altijd vermist.
‘Stap twee’
In een persverklaring op de website van Benetton Group van vrijdag 20 februari kondigt het Italiaanse kledingmerk ‘stap twee’ aan van het ‘engagement’ van United Colors of Benetton met de slachtoffers van de tragedie.
‘Stap één’
Op het moment van de ramp liet Benetton kleding produceren in Rana Plaza. Ook merken als Primark, Matalan en Walmart lieten er in die tijd kleding maken. De Iers-Britse modediscounter Primark kwam na de ramp met een eigen betaling van 9 miljoen dollar aan de 580 textielarbeiders van New Wave Bottoms, de firma die de kleding voor Primark maakte, of aan hun nabestaanden.
Nu, twee jaar na de ramp, komt Benetton met compensatie
Direct na de ramp ondernam, aldus de verklaring van Benneton, het modebedrijf meteen ‘stap één’: het opzetten van een eigen steunprogramma met de Bengalese hulporganisatie BRAC. Dat moest ervoor zorgen dat 280 slachtoffers en hun familie medische hulp kregen en geld om een nieuwe toekomst op te bouwen.
Nu is de tweede stap, aldus Benetton, een ‘additionele bijdrage’, ditmaal aan het Rana Plaza Trust Fund, met de aantekening dat een ‘derde, internationaal erkende, partij’ werkt aan de vaststelling van een redelijk compensatiebedrag. Want, stelt Benetton, tot dusverre kon het Rana Plaza Fonds dat niet vaststellen, voor geen enkel kledingmerk. Het bedrag maakt Benetton in ieder geval vóór 24 april 2015, twee jaar na ‘Rana Plaza’ bekend.
Te weinig in kas
Het Rana Plaza Fonds, dat eind 2013 werd opgezet, riep alle internationale kledingmerken, al of niet verbonden met Rana Plaza, op om royaal te doneren. Geschat werd dat € 35,4 miljoen ($ 40 mijoen) nodig zou zijn om slachtoffers te kunnen compenseren volgens ILO-conventie 121, een afspraak waarin de rechten van arbeiders bij arbeidsgerelateerd letsel zijn gewaarborgd. Maar storten in het fonds was, en is, op vrijwillige basis.
Het streefbedrag van 40 miljoen dollar werd nooit gehaald
Het streefbedrag van 40 miljoen dollar werd nooit gehaald, ook al probeerden organisaties als Schone Kleren Campagne en regeringen kledingmerken over te halen tot (grotere) bijdragen. Inmiddels is het bedrag, op basis van een inventarisatie van de claims van slachtoffers en nabestaanden die bij het fonds zijn binnengekomen, naar beneden bijgesteld tot € 26,5 miljoen ($ 30 miljoen). Ook dat bedrag is (nog) niet binnen; in kas zit op dit moment € 18,5 miljoen ($ 21 miljoen).
Nog 30 procent te weinig
Tot nu toe is 40 procent van dat bedrag aan alle rechthebbenden uitbetaald. Begin 2015 vindt de tweede betaling plaats, tot 30 procent van alle uitkeringen. Dat zou betekenen dat slachtoffers in totaal tot 70 procent van het bedrag waarop ze officieel recht hebben, zouden hebben ontvangen. De Schone Kleren Campagne heeft er lang voor geijverd dat Benetton 4,4 miljoen euro ($ 5 miljoen) aan het Fonds zou betalen. De hoop bestaat bij actievoerders dat Benetton nu het tekort in de Rana Plaza-kas, iets minder dan € 8 mln ($ 9 mln) voor zijn rekening neemt.
