Achtergrond

Transmongolië: De rust van het lange niksdoen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Eenendertig uur in de trein zitten is lang. Hypnotiserend lang. De landschappen schieten voorbij en dwingen je geest om een versnelling lager te functioneren. De informatiemaatschappij schittert hier door afwezigheid. Een urenlang voortdurend contemplatiemoment valt me ten deel terwijl ik de weidse leegte in staar.

Vanochtend om kwart over zeven stapte ik in de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaator op de trein. Een tig aantal kilometers zuidelijker heb ik de bergachtige landschappen rond de hoofdstad inmiddels achter me gelaten en ben de machtige Gobiwoestijn ingerold. Een enkele mijnwerkerskolonie en een sporadische verzameling gertentjes zijn de enige aanwijzingen dat hier toch menselijk leven in de buurt is. Het enige dat harder is dan het landschap, zijn de enkele mensen die hier wonen, zegt een oude Mongoolse volkswijsheid. Ik begrijp nu precies waarom: dit stukje aarde heeft het meeste weg van een maanlandschap. Uitgestrekt en ongenadig koud. De Gobi is er als ik langzaam in slaap sukkel en de Gobi is er nog steeds als ik een paar uur later weer wakker word. De uitgestrekte verlatenheid van deze ijzige woestijn doordringt alles. 

In de trein is het gelukkig behaaglijk warm, zowel qua temperatuur als qua mensen. Mijn medereizigers spreken alleen Mongools en Chinees. Talen die ik beide niet machtig ben. Sterker nog, ik versta er geen woord van. Maar dat maakt niet zo heel veel uit. Samen eten is namelijk universeel en samen roken is dat ook. Via handen- en voetencommunicatie ontspinnen zich bijna anderhalf etmaal lang interessante gesprekken. De Chinese conducteurs een coupé verderop maken luid slurpend een kom noedels soldaat, terwijl ik naar de restauratiewagon loop om een blik drinken te halen. Het landschap buiten is nu rood. Een rode, stoffige ijswoestijn in de ondergaande zon. Het heeft iets onontkoombaar definitiefs. De nacht zal wel snel vallen. Het Mongoolse meisje waarmee ik mijn coupé deel is inmiddels in een diepe slaap verzonken. Het is laat op de avond en de trein raast nog steeds door de barre landschappen. Ik staar gebiologeerd naar de sneeuwstorm die we net in zijn gereden. De oneindigheid wiegt me langzaam in slaap.

Ik ontwaak bij de Chinese grens. Nors kijkende soldaten van de Volksrepubliek halen paspoorten op om grondig te controleren wie er precies het land binnenkomt. Ze nemen hun taak bloedserieus. Een aantoonbaar gevoel voor humor hebben ze in elk geval niet.

Als de douaniers weg zijn wordt de trein een grote loods in gerangeerd. De breedte van de spoorrails in China is anders dan het naar Russisch model gebouwde breedspoor, van 1520 millimeter breed, dat in Mongolië gangbaar is. In het Chinese grensstadje Erlian moeten dus andere onderstellen onder de treinstellen geschoven worden om verder te kunnen reizen op het smallere Chinese spoor. Aldus bevind ik me opeens in een paar meter boven de grond zwevende trein in nachtelijk China. Oké dan. De wagons worden door hydraulische pompen de lucht in gestuwd, waarna de Chinese onderstellen eronder gerold en gemonteerd worden. Interessant, maar het duurt wel verdomde lang. Na een paar uur gezamenlijke opsluiting in een zwevend treinstel kunnen we verder de Chinese Volksrepubliek in. Ik val meteen weer in slaap.

Als ik ’s ochtends wakker word is de trein al in rep en roer. Het eindstation nadert in rap tempo. We denderen inmiddels door de droge bergen die de Chinese hoofdstad Beijing omringen. Van de veelgeprezen Chinese groene heuvels is weinig te zien. Van de nijpende waterproblematiek  des te meer. Beijing droogt uit en dat is in de omgeving rond de stad duidelijk te zien. In het nieuwste Vijfjarenplan van de regering wordt eindelijk aandacht besteed aan dit soort problemen. Maar vooralsnog rukt de woestijn op richting de Chinese hoofdstad.

Dat maakt me persoonlijk allemaal even niet zoveel uit op dit moment. Ik druk mijn gezicht tegen het raam terwijl mijn coupégenote een arm om mijn middel slaat. Ik nader mijn einddoel. Beijing, stad van keizers en communisten. Centrum van de nieuwe wereld.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons