Achtergrond

Gemodder in het gerechtshof

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Pas als ze nog maar twee stappen van me vandaan is, besef ik dat de bebrilde politieagente de halve rechtszaal heeft doorkruist om mij aan te spreken. Ze hurkt voor me neer, waarbij haar marineblauwe rok zich strak om haar bovenbenen spant. Ze zegt niets, maar maakt enkel overdreven kauwbewegingen. Ik frons in verwarring. “Begrijp je het niet?” zegt ze. “Kauwgum is niet toegestaan in het Gerechtshof. De rechter zag je kauwen en vroeg me je dat te vertellen.” Ik had beslist gebloosd, als het niet zo fris was geweest in de airconditioned rechtszaal in Ikeja, de wijk op het Lagos vasteland waar de meeste overheidsinstanties kantoor houden. Mijn allereerste keer in het Nigeriaanse Gerechtshof bega ik een dusdanige blunder dat het me op een reprimande van de rechter komt te staan.

Niet dat ik van plan was überhaupt naar het Gerechtshof te gaan. Ik begon mijn ochtend zoals gebruikelijk in de Magistrale rechtbank, maar trof de meeste zalen leeg aan. Ik had beter moeten weten dan enige actie te verwachten op een dag tussen de vrije dagen van het Offerfeest en het weekend in. Menigeen uit de rechterlijke stand leek een snipperdag te hebben opgenomen en de enige rechtbank die zitting hield, moest aan de lopende band zaken seponeren omdat partijen niet kwamen opdagen. De Nigeriaanse journalist die me die ochtend bij de rechtbank had zien arriveren had me al gewaarschuwd dat het wel eens een nieuwsarme dagje zou kunnen worden.

Eitje
Het was dezelfde sympathieke collega die me later kwam redden van mijn onproductieve dag in de Magistrale Rechtbank en me meenam naar het Gerechtshof van Rechter Adeniyi Onigbanjo. Hij zal uitspraak doen in twee zaken die er veelbelovend uitzien, en we zijn de enige aanwezige journalisten. Ik verheug me in het Gerechtshof te zijn, alleen al om de airconditioners. De ventilators aan het plafond van de lagere rechtbank–de paar die functioneren–lijken mij nooit te bereiken, dus voor frisse lucht ga ik meestal dichtbij de open louvreramen zitten. Het kan beestachtig klam worden in de overvolle zaal. Het Gerechtshof aan de overkant van de straat met zijn hoge plafonds en overvloed aan airconditioners–ik ben ze nog aan het tellen als de rechter zijn entrée maakt–is een verfrissende afwisseling.

Ik ging er vanuit dat verslaggeving in het Gerechtshof een eitje zou zijn. In tegenstelling tot de rumoerige Magistrale Rechtbank, waar ik geregeld moet liplezen om te kunnen volgen wat de rechter of de gedaagde zegt, heeft het Gerechtshof microfoons en een fatsoenlijk PA-systeem en zijn er geen afleidende samenscholingen van babbelende mensen achterin de zaal. Als ik mijn notitieblok uit mijn tas haal en mijn pen ter hand neem, voel ik me zelfverzekerd: dit wordt een goede journalistieke dag.

Dan begint de rechter zijn uitspraak voor te lezen.

Hij leest vanaf het scherm van zijn laptop alsof wat hij te melden heeft uitsluitend gehoord hoeft te worden door die computer. Zelfs de microfoon voor zijn neus maakt het er weinig meer verstaanbaar op. “. . . en daarom onbetrouwbaar . . .”, “. . . bekentenis . . .”, “. . . getuigenissen verward en tegenstrijdig. . . .” Af en toe weet ik een paar woorden te ontcijferen. Ik zie de bevriende journalist naast me aantekeningen krabbelen, en realiseer me dat ik blijkbaar het Nigeriaanse Engels nog niet genoeg beheers om een mompelende rechter te kunnen volgen.

Erop rekenend dat ik het vonnis achteraf kan lezen, geef het op en laat me afleiden door de witte pruiken die de raadslieden in de banken voor me dragen, een bijkomende attractie van het Gerechtshof die je zelden ziet in de lagere rechtbanken. Sommige van de pruiken lijken van stro gemaakt; andere zien eruit alsof ze thuishoren op de vloer voor de haard. Vooral fascinerend is de gele pruik van de openbare aanklager. Ze heeft haar eigen haar in een paardenstaart, en de dikke vlecht van de pruik rust daar bovenop, waardoor deze eens in de zoveel tijd kwispelt als de staart van een poedel.

Vrijspraak verkoopt niet
Ik kan wel door de grond zakken als ik besef dat ik de belangrijke laatste woorden van het vonnis heb gemist. Ik moet mijn naburige collega vragen wat de uitspraak was. Rechter Onigbanjo is er niet van overtuigd dat de twee jongemannen voor hem betrokken waren bij een gewapende overval in september 2009, en laat ze daarom vrij. Mijn Nigeriaanse collega kijkt beteuterd na de vrijspraak . “Ik heb geen verhaal”, legt hij uit.

Verrast kijk ik hem aan. Hier zijn twee jongens, gearresteerd voor een gewapende overval toen ze nog op de middelbare school zaten, die de afgelopen vier jaar hebben vastgezeten in de gevangenis –met tachtig gedetineerden in een cel bestemd voor acht–wachtend op hun proces. Niets kan hen de gemiste jaren van hun jeugd teruggeven, en je kunt je voorstellen wat voor criminele opleiding ze in de bak hebben genoten. Als ze het voorheen niet waren, is de kans groot dat ze nu wel gewapende overvallers zijn geworden. Dat, houd ik mijn collega voor, is een verhaal. Hij stemt in, maar verzekert me dat zijn krant zo’n verhaal nooit zou afdrukken. “Dat willen de lezers niet horen. Zij willen weten hoeveel jaar de overvaller de gevangenis in moet. Vrijspraak verkoopt geen kranten.”

Alledaagse drama
Als ik naar de griffier loop om het vonnis op te vragen, kan hij me niet van dienst zijn. De rechter las van zijn scherm en zijn uitspraak zal niet op papier komen voor maandag. Geen vonnis, een  uitbrander en geen enkele bruikbare quote: mijn eerste dag in het Gerechtshof is niet iets om trots op te zijn. Ik steek de straat over naar de Magistrale Rechtbank en val een zaak binnen waar een jonge vrouw getuigt van haar mishandeling. De mooie dame in bloemenjurk verhaalt hoe de twee gedaagden haar uitscholden voor “ashawo”–het Yoruba-woord voor hoer–en haar in haar gezicht mepten, en ik haal mijn ballpoint te voorschijn en begin te schrijven, trachtend de menselijke tragedie achter deze zaak te ontrafelen. Ik besef tegelijkertijd dat het alledaagse drama van de lagere rechtbank meer iets voor mij is dan de grote rechtszaken aan de overkant van de straat.

Volg Femke op Twitter: @femkevanzeijl

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons