Achtergrond

Mijn meest gehate woord

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

‘Ben je online? Een van je nichtjes wil met je Skypen!’ Een luie zondagochtend in Utrecht. Ik lig op bed Nigeriaanse nieuwssites te checken met een kop koffie erbij, als de mail van mijn schoonzus binnenkomt. Ik klik Skype aan en bijna onmiddellijk verschijnt het ronde bebrilde gezichtje van een van de tweeling op het scherm.

‘Tante Femke!’
Ze zwaait en vertelt dat ze een tekening voor me heeft gemaakt, het papier vol gele en rode hartjes ophoudend naar waar ze denkt dat de camera is. Ik bewonder de kleuren en beloof haar de tekening mee naar huis te nemen de volgende keer dat ik kom oppassen. We kletsen over wat zij en haar twee zusjes dit weekeinde hebben gedaan, en dan is het gedaan met de kleuteraandachtsspanne.

‘Tante Femke, nou ga ik spelen’, kondigt ze aan. Ze wringt zich van de bureaustoel die te hoog voor haar is en rent het beeld uit. Ik wil net uitloggen als het blonde meisje weer terugkomt naar de computer.
‘Tante Femke, ik vergat je te zeggen. Als je weggaat naar Afrika, dan mis ik je zo!’
Dan verdwijnt ze uit de kamer, haar tante achterlatend met een brok in de keel.

Ik ben in Nederland om mijn verhuizing naar Lagos in juli voor te bereiden. De komende weken zullen voorbijrazen, dat besef ik heel goed. Eind volgende maand moet ik uit mijn appartement in Utrecht en verhuis ik mijn spullen naar mijn moeder. Wilma, de knalrode Toyota die ik onlangs kocht, moet worden verscheept naar Nigeria. Talloze documenten moeten worden verzameld. De to-do-lijst lijkt eindeloos. Komt nog eens bij dat iedereen om me heen al afscheid van me begint te nemen.

Mijn reactie is altijd een schokschouderen, nukkig opmerkend dat ik nog lang niet weg ben. Ook gisteravond op mijn ooms verjaardag. Het is een van die Europese zomeravonden waarop de zon niet van plan lijkt achter de horizon te zakken. Er is wijn en kaas en het soort eindeloos herhaalde grapjes die alleen leden van dezelfde familie begrijpen. En er zijn mensen die afscheid van me nemen. Het woord dat ik het meest haat – in welke taal dan ook.

Het grootste deel van mijn familie woont in het zuiden, dus tegen het eind van de avond ga ik met mijn moeder mee naar huis. Ze wil me laten zien dat ze de slaapkamer waar ik als kind sliep al voor me heeft leeggehaald. Dit wordt mijn uitvalsbasis als ik over ben uit Nigeria. Ze wil de muren schilderen voordat ik ‘intrek’, zoals ze het noemt. Ze heeft zich verrekend over de periode die ik nog bij haar zal doorbrengen voordat ik afreis naar Lagos – twee weken maar.

‘Ik had gehoopt dat je wat langer bij me zou zijn’, zegt ze.
Voor het eerst voel ik hoezeer ze me zal missen. Mijn moeder heeft mijn verhuisplannen vanaf het eerste moment gesteund en geen moment gezinspeeld op haar eigen emoties. Ik weet dat ze me geen schuldgevoel wil bezorgen. Maar vanavond voel ik me onwillekeurig schuldig. Plotseling verplettert het besef me wat mijn verhuizing inhoudt. Al die geliefde mensen in Nederland die ik ga achterlaten, de langdurige vrienden die er altijd zijn voor me, mijn familie. Wat ben ik in hemelsnaam van plan?

Mama voelt mijn stemmingsverandering, neemt haar rechterhand van het stuur en legt die op mijn knie. De rest van de tocht over de stille nachtelijke snelweg naar mijn ouderlijk huis leggen we zwijgend af.

Voordat ik naar bed ga, bel ik een vriend in Abuja, de Nigeriaanse hoofdstad. Hij blijkt de avond door te brengen met mensen die ik ook ken. Het klinkt alsof ze genieten van hun gezamenlijke zaterdagavond. Het gelach op de achtergrond en de geroepen hello‘s richting telefoon maken dat ik het eerstvolgende vliegtuig naar Nigeria zou willen pakken. Ik ga slapen met een glimlach, bedenkend hoe ik nog geen tien minuten geleden verdrietig was te vertrekken, en ik nu niet kan wachten.

De volgende ochtend schrijf ik op Twitter dat mijn familie al afscheid van me begint te nemen, en wat voor hekel ik daaraan heb. Bijna meteen geeft een sympathieke Tweep uit Lagos antwoord.

‘We zullen je helpen Lagos aangenaam voor je te maken’, twittert ze.

Ik haat afscheid. Maar een warm welkom vind ik heerlijk.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons