Achtergrond

Hebben nieuwe doelen wel zin?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Op het allerhoogste politieke niveau wordt op dit moment druk onderhandeld over de nieuwe agenda van de internationale gemeenschap. Maar wat voor zin heeft het formuleren van nieuwe doelen eigenlijk als toch niemand zich aan de gemaakte afspraken houdt?

In 2000 werd de millenniumverklaring enthousiast onthaald door een internationale gemeenschap die vastberaden leek om in 2015 van onze wereld een betere gemaakt te hebben. In acht overzichtelijke themagebieden zijn uiteindelijk eenentwintig netjes meetbare doelen geformuleerd die het ontwikkelingsbeleid duiding en richting moesten gaan geven. Een oorlog tegen het terrorisme, een eurocrisis en een recessie later dalen de ontwikkelingsbudgetten wereldwijd en is een magere drie van de eenentwintig doelen gerealiseerd. Lopen de millenniumdoelen uit op een deceptie van wereldformaat?

Communicatie met het publiek
Jaap van der Sar werkt bij Stichting Oikos in Utrecht en is secretaris van het Nederlands Platform Millenniumdoelen (NPM). Sinds 2004 voert hij campagne om de millenniumdoelen onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Hij is vooral positief over het mobiliserende effect dat de doelen hebben gehad op de publieke opinie: “De millenniumdoelen hebben ons aantal kwantificeerbare elementen aangereikt die we daarvoor niet hadden, hoe slecht of goed toetsbaar ook. Het is vooral een instrument om te communiceren geworden. Er wordt beter naar een lobbyist geluisterd als hij veel mensen vertegenwoordigt. Als platform concentreren we ons daarom op het grote publiek dat door zowel hun koopgedrag als hun politieke keuzes grote invloed heeft.”

Ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een onafhankelijk adviesorgaan ondergebracht bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, onderstreept in een lijvig rapport uit 2011 het succes van de millenniumdoelen in de publieke sfeer: “De millenniumdoelen-systematiek heeft succes gehad in de communicatie van een ingewikkelde ontwikkelingsproblematiek naar het grotere publiek, maar leidt in vele gevallen niet tot het bereiken van de doelen zelf. Dit is mede veroorzaakt door de beperkte operationalisering van de doelen voor de ontwikkelde landen (MDG8) en het niet nakomen van de internationale toezeggingen, zoals die voor ontwikkelingshulp en hervorming van het handels- en financieel systeem.”

Dorine van Norren is secretaris Ontwikkelingssamenwerking van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en is gematigd positief over de millenniumdoelen: “Ontwikkelingssamenwerking is op de agenda gebleven de afgelopen vijftien jaar. Dat is winst die toe te schrijven is aan de millenniumdoelen. Maar uiteindelijk is het belangrijker te denken aan de voortgang die je boekt dan blind te blijven focussen op het eindresultaat. Ook omdat dit tot manipulatie van data kan leiden.”

Duurzame doelen
Desalniettemin blijven de concrete resultaten van de millenniumdoelen magertjes. En de klok tikt zonder genade door. Daarom heeft de internationale gemeenschap het initiatief genomen om de millenniumdoelen in een nieuw, duurzamer jasje steken. Om na het aflopen van de millenniumdoelentermijn in 2015 stappen te kunnen blijven zetten richting een meer rechtvaardige en duurzamere wereld, kwamen de wereldleiders afgelopen zomer in Rio de Janeiro bijeen tijdens de Rio +20 Conferentie. In het slotdocument dat uit deze topontmoeting is komen voortrollen, nemen de Verenigde Naties zich wederom voor om een, nu nog ambitieuzere, lijst met doelen te formuleren. Deze Sustainable Development Goals (SDG’s) zouden vanaf 2015 voort moeten gaan bouwen op de millenniumdoelen en zaken als duurzaamheid en sociale ongelijkheid in de nieuwe agenda meenemen. Aspecten die, vreemd genoeg, in de oorspronkelijke lijst millenniumdoelen geen aandacht krijgen.

“Er ligt echt een aantal heel verschillende voorstellen op tafel,” tempert de in New Delhi geboren Joyeeta Gupta de hooggespannen verwachtingen. Begin dit jaar trad ze aan als hoogleraar Environment and development in the global south aan de Universiteit van Amsterdam. Volgens haar is het nog verre van duidelijk welke vorm de zogenaamde post-2015 agenda precies gaat aannemen: “De voornaamste vraag is op dit moment of de nieuwe duurzaamheidsdoelen én de millenniumdoelen moeten aanhouden, of dat we de twee agenda’s beter tot één, overzichtelijk geheel kunnen omvormen. Je kunt bijvoorbeeld beargumenteren dat duurzame ontwikkeling betekent dat iedereen minstens de minimale standaarden moet kunnen bereiken om een waardig leven te kunnen leiden, zonder dat we daarbij de grenzen van wat onze planeet aankan overschrijden. Die sociale, economische en milieuagenda’s moeten in balans zijn.” 

Gupta staat niet alleen in deze opvatting. Ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken pleit volgens van Norren voor integratie van de duurzaamheidsagenda in de bestaande millenniumdoelen: “Een uitbreiding van de huidige doelen kan als een dashboard voor de toekomst gaan functioneren. Daar moet nog uitgebreid over onderhandeld worden, maar als je mijn inschatting wil weten dan zet ik mijn geld op een millenniumdoelen-plus systeem na 2015.”

Hans Wetzels (@HansWetzels) is cultuurwetenschapper en journalist. Hij schrijft onder andere voor nrc.next, Vice Versa, Het Parool en De Groene Amsterdammer.

Doekje voor het bloeden
Alle goede intenties ten spijt blijft de vraag rondzingen waarom de internationale gemeenschap nu opeens wel in staat zou zijn de toekomst vorm te geven op basis van gemaakte afspraken. Volgens van Norren is het twijfelachtig of de realiteit wel zo maakbaar is. Het verwezenlijken van de millenniumdoelen is immers ook afhankelijk van de politieke realiteit van het moment of van beslissingen die regeringen nemen op economisch vlak. En dat hoeft lang niet altijd in het verlengde te liggen van ontwikkelingssamenwerking: “De millenniumdoelen zijn natuurlijk heel erg gericht op dingen meetbaar maken. Dat bekt lekker in de krant, maar of het nu echt de beste aanpak is? Het grote manco van de millenniumdoelen is dat er geen beleidscoherentie bestaat met de overheersende politieke doctrine. Ontwikkelingssamenwerking is op dit moment eigenlijk niet meer dan een doekje voor het bloeden en leidt niet tot structurele veranderingen op wereldschaal. Maar dat betekent niet dat we ontwikkelingssamenwerking of de millenniumdoelen af moeten schaffen. Want dan bloeden we gewoon.”

De Adviesraad Internationale Vraagstukkenpleit dan ook voor een inhoudelijke, maar ook een beleidsmatige verbreding van een nieuw doelensysteem: “We zouden moeten streven naar het uitsmeren van de millenniumdoelen over verschillende beleidsterreinen. Duurzame ontwikkeling is uiteindelijk ook sociale ontwikkeling. Maar er zijn een heleboel beleidspunten buiten het terrein van ontwikkelingssamenwerking die onontbeerlijk zijn voor ontwikkeling. Dingen als klimaatproblematiek of vrede en veiligheid blijven in de millenniumdoelen nu teveel buiten beschouwing.”

Veranderde machtsverhoudingen
Een bijkomende factor is volgens Joyeeta Gupta dat de politieke realiteit nu heel anders is dan ten tijde van de millenniumverklaring. De positie van het westen is verzwakt, de duurzaamheidsagenda is  urgenter dan ooit en de globale machtsverhoudingen zijn danig in de war gegooid door de stormachtige opkomst van nieuwe machten als China en India. Dat zal allemaal invloed hebben op het stroperige onderhandelingsproces binnen de logge mastodont die de Verenigde Naties nu eenmaal vormen. Van het Westen verwacht Gupta eigenlijk niet zo veel. Haar duurzame hoop is gevestigd op de opkomende economieën. Met enig recht, want China zet in zijn nieuwste vijfjarenplan bijvoorbeeld in op een ambitieuze verduurzaming van de binnenlandse energievoorziening. Een positieve ontwikkeling, maar duurzaamheid blijft volgens Gupta een groot globaal dilemma: “Ontwikkelingslanden moeten ook in actie komen, we hebben immers maar één aarde. Ik denk dat het veel slimmer is als zij alternatieven voor zichzelf vinden en niet blindelings het westerse model volgen. Landen als China en India hebben geen tekort aan intellectuele expertise, technologisch potentieel en cultureel kapitaal.”

Ook voor de Adviesraad Internationale Vraagstukken is het verduurzamen van de nieuwe ontwikkelingsdoelen een lastig dilemma, geeft Dorine van Norren toe: “Het idee dat er mondiale publieke goederen bestaan waar iedereen verantwoordelijk voor is (zoals een stabiel klimaat), veroorzaakt  buiten het westen veel ophef. Het rijke westen heeft immers jarenlang de vervuiler uitgehangen. Daarbij hebben armere landen simpelweg andere prioriteiten. Je kunt moeilijk tegen landen zeggen: jullie bevolking sterft van de honger, maar denken jullie wel aan het milieu?” 

Millenniumdoelenmantra
De complexiteit van de kwestie mag echter geen excuus worden om geen actie meer te ondernemen, bepleit Jaap van der Sar van het Nederlands Platform Millenniumdoelen. Als de laatste tonen van het millenniumdoelenmantra in 2015 weggestorven zijn moet er, ondanks de complexe globale verhoudingen en de vraag of het formuleren van alweer een nieuwe lijst met doelen wel politieke zoden aan de dijk gaat zetten, volgens hem wel een alternatief voor de millenniumdoelen op tafel liggen: “Het is niet aan mij om te beslissen in welke vorm de millenniumdoelen in de toekomst precies terugkomen. Maar het is een vlag waar we mee moeten blijven zwaaien. Zonder publiek debat onderneemt de politiek geen actie. Halvering van de armoede klinkt mooi, maar dat betekent ook dat je nog steeds schandalig veel arme mensen hebt. We moeten wel verder na 2015, er is geen alternatief.”

Foto: Joao Araujo Pinto.
 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons