Indonesische bosmensen krijgen stukken regenwoud terug

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

BLOG – Goed nieuws voor de bewoners van het Indonesische regenwoud. Volgens een nieuwe wet moeten de eigenaren van palmolieplantages en de papier- en houtindustrie minstens 20% van de grond die zij (illegaal) bezetten, teruggeven aan de oorspronkelijke bewoners van het bos.

Deze multinationals die jarenlang kapitalen verdienden, staan nu op hun achterste benen. Ze smeken president Joko Widodo van deze regeling af te zien. Het zal de palmolie industrie een harde klap zo niet de 'genadeslag' toebrengen. De vraag is of Widodo bestand is tegen zoveel krokodillentranen.

Vrolijk
De bosmensen klappen in hun handen en dansen vrolijk door de jungle. Ieder jaar zagen ze met lede ogen aan hoe ze telkens meer rechten van hun voorouderlijke grond verloren. Ze zijn er wel afhankelijk van voor de jacht, de visserij, hun traditionele medicijnen en de landbouw.

De multinationals gingen zover dat ze zelfs bewakers inhuurden die een cordon rond de dorpjes legden, zodat bijna geen bosmens zijn laatste stukje gebied meer uit kon komen. Milieuorganisaties werden met kop en kont het bos uitgegooid. In de regenwouden wonen 48.8 miljoen mensen verspreid over 30.000 dorpjes.

Palmolie is net goud. Je verdient het zo gemakkelijk. Je laat de grond schoon branden, zet er jonge palmen op die binnen vier jaar al een flinke oogst leveren

"De regering geeft deze gebieden aan bedrijven verhuurd zonder zelfs te overleggen met de oorspronkelijke eigenenaren die er al honderd of zelfs als duizenden jaren leven", zegt Marcus Colchester, senior beleidsmedewerker bij het Forest People Programme, een internationale NGO.

Sinterklaas
Vooral generaal Soeharto (1976-1998) deelde als een Sinterklaas grote delen van het regenwoud uit aan zijn politieke vrienden. Het leger steunde de dictator. Ze schoten graag de opstandige bewoners diep het regenwoud in ruil voor het illegaal kappen en verkopen van hout. Tot op de dag van vandaag verdienenen ze flink in Borneo, Atjeh en Papoea.

Al mogen buitenlanders officieel geen grond in Indonesië bezitten. Veel internationale palmolieplantages hebben miljoenen hectares. Palmolie is net goud. Je verdient het zo gemakkelijk. Je laat de grond schoon branden, zet er jonge palmen op die binnen vier jaar al een flinke oogst leveren. Een boom gaat gemiddeld 25 tot 30 jaar mee. De plantages vragen weinig onderhoud. Tel uit je winst. In zestig procent van alle onze produkten zit palmolie.  

Er was langs de hele weg geen boom meer te verkennen. Terwijl je er vroeger door de dichte begroeiing niet eens de blauwe lucht kon zien

Maar realiseer je wel dat deze bedrijven over de ruggen van de 'bosmensen', de beschermheren van de jungle, hun kapitaal bijelkaar graaien. 48 % van de bossen zijn al vernield door deze industriële bedrijven. 73 % van alle bomen die uit het bossen worden gekapt is illegaal.

Teleurstelling
Ik vergeet nooit meer de autorit van Balikpapan naar Samarinda die ik enkele jaren geleden maakte voor een boottrip over de Mahakam rivier in Kalimantan. Er was langs de hele weg geen boom meer te verkennen. Terwijl je er vroeger door de dichte begroeiing niet eens de blauwe lucht kon zien. De cruise op een oude houten boot was een grote teleurstelling. Het duurde drie dagen voordat we de eerste tropische boom weer konden zien.

De Dayaks, de oorsponkelijke bevolking, die we in in 'longhouses' ontmoetten, klaagden toen al over het chronisch gebrek aan inkomen omdat grote bedrijven hun grond hadden ingepikt en de bossen gekapt. Op de rivier zagen we boten vol met illegale boomstammen. De politie keek in ruil voor een zak geld de andere kant uit.

Op het kleine stukje grond waar ze nog zaten konden ze zichzelf niet meer in leven houden

Niemand luisterde naar de Dayaks of de andere bewoners van het bos. Tot vorige maand de eerste doden onder de Rimba, de bosmensen, in de jungle van Sumatra vielen. Op het kleine stukje grond waar ze nog zaten konden ze zichzelf niet meer in leven houden. Ministers vlogen in en uit om voor de camera uit te leggen dat er een einde moest komen aan de uitbuiting van deze bewoners van de jungle en dat ze net zo goed hun rechten hebben.

Niet verwacht
Geen NGO had verwacht dat president Joko Widodo zover durfde te gaan. Volgens de nieuwe regeling mag een 'consessiehouder' van een stuk grond in het regenwoud 70 % daarvan gebruiken voor commerciële doeleinden. Op tien procent moeten inheemse planten worden verbouwd en 20 % gaat terug naar de bewoners in het bos.

De eigenaren van de palmolie industrie lopen nu de deur plat van het presidentiële paleis. Ze smeken Widodo de regeling alleen voor nieuwe gebieden in te laten gaan, niet voor de al bestaande concessies.

Het zweet breekt de rijke eigenaren van de oliepalm plantages nu uit

In de praktijk betekent het dat er dit jaar de eerste 2.5 miljoen hectare teruggaat naar de bosmensen. De bedoeling is dat het uiteindelijk kan oplopen tot 12.7 miljoen hectare bos in 2019.

Het verbond van Inheemese mensen (Aman) vindt het niet genoeg. "Als we ieder gezin een redelijk bestaan gunnen moet de overheid minstens veertig miljoen hectare grond aan de mensen uitdelen." De bosmensen joelen opnieuw.

Het zweet breekt de rijke eigenaren van de oliepalm plantages nu uit. Het zou wel eens minder luxe reisjes met hun privéjets voor ze kunnen betekenen en de verkoop van een van de vele villa's die ze bezitten. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons